Ik heb inmiddels een aantal posts geschreven over het BGT-project waar ik momenteel bij betrokken ben.
Een steeds terugkerende onderwerp, als je met mensen spreekt over de BGT, is: “Waar leggen we de bronhoudergrens?”
In eerste instantie wordt gedacht aan de kadastrale grens. Die komt per slot van rekening ook uit een authentieke registratie en voor twee gemeenten onderling zou dat wellicht een prima bronhoudergrens zijn. Ik ben betrokken bij een project bij de provincie en die “doorsnijdt” de gemeenten met haar provinciale wegen en daarvoor komt de kadastrale grens minder in aanmerking.
Gebruikers van de provinciale kaart zijn o.a. de eigen diensten weg- en groenbeheer. Naast de topografie, die in een strook langs de weg wordt ingemeten, zijn het vooral de weg- en groenobjecten die van belang zijn voor deze beheerkaarten.
Soms wordt er meer groen beheerd dat eigendom is van de provincie – denk aan een bermsloot die in z’n geheel gemaaid wordt, terwijl de kadastrale grens door het hart van de sloot loopt.
Momenteel worden veel kruisingen vervangen door rotondes, daarvoor is meer ruimte nodig en zullen stukken grond van gemeenten of particulieren moeten worden aangekocht. Het vaststellen en inmeten van de nieuwe kadastrale situatie gebeurt vaak later en daardoor is de kadastrale grens niet (meer) actueel.
Binnen ons project hebben we nu gekozen voor een pragmatische aanpak: we gebruiken de buitenste topografische lijnen in de stroken kaarten om de vlakken te vormen. In sommige gevallen moeten we hulplijnen toevoegen om de vlakken te sluiten. Als de bronhoudergrens bepaald is, zal blijken welke vlakken moeten worden opgeknipt.
De huidige beheergrens en kadastrale grens laten we momenteel volledig buiten beschouwing. Ook gebouwen die buiten het beheergebied vallen en gedeeltelijk op de kaart staan ter referentie, worden niet meegenomen evenals aanzetten van rasters, sloten en zijwegen die gedeeltelijk op de kaart staan, maar buiten het beheergebied vallen.
Met deze aanpak kunnen de kaarten objectgericht worden gemaakt en kan de geometrie van de weg- en groenvlakken gekoppeld worden aan de beheerdata.
Ondertussen wordt overleg gevoerd met Stichting GBKN, gemeenten, waterschappen, Rijkswaterstaat en het Ministerie van VROM over de bronhoudergrens.